In de trein ontdekt Vriend dat een medepassagier in het bezit is van een telefoon die even klein is als het kleinste gehoorapparaatje. De man kan er handsfree mee bellen en je ziet geen snoertje of microfoontje. Helemaal niks. Dat piepkleine telefoontje, veilig genesteld in de oorschelp, is zelfs voldoende om op normale spreeksterkte een telefoongesprek te voeren.
Vriend weet totaal niet van het bestaan van dergelijke nieuwigheden af en zonder dat hij het weet belandt hij in een klucht die John Lanting ernstig had doen verbleken. Want wat gebeurt er. De trein raast al een half uur langs grazige weiden als de man tegenover Vriend plotseling met monotone stem zegt: 'Hallo.'
'Hallo,' antwoordt Vriend aarzelend en ook enigszins verbaasd want ze zitten al een poosje tegenover elkaar.
'Ik zit in de trein,' zegt de man.
Vriend antwoordt: 'Ja, dat weet ik. Ik zit immers ook in de trein.'
'Kun je wat harder praten,' vervolgt de man. 'Ik kan je bijna niet verstaan.'
Vriend schuift naar voren op de treinbank tot vlakbij het gezicht van de man en roept luid: 'IK ZIT IMMERS OOK…'
'Lieverd,' onderbreekt de man, 'ik bel je zo terug. Er zit een enorme gek tegenover me.'
Caty Groen is journalist, redacteur, columnist, schrijver van Rick Benson-serie en boeken waar de stad Dordrecht vaak een rol in speelt.
Sommige columns verschenen eerder in De Stem van Dordt en andere uitgaven van De Persgroep.